Groeneveldse molen en gemaalAl in 1413 wordt de aanwezigheid van watermolens vermeld in de Kerkpolder. In de vijftiende eeuw is een groot aantal watermolens gebouwd op het grondgebied van de vroegere gemeente Schipluiden. Alle polders hadden minstens één molen. In het midden van de 19e eeuw stonden er vijftien molens:
De Groeneveldse molenVrijwel alle poldermolens zijn afgebroken toen in de periode 1875-1925 stoom- en dieselgemalen het waterbeheer overnamen. De Groeneveldse molen is de enig overgebleven watermolen in de gemeente Schipluiden. Even voorbij 't Woudt (vanaf Delft gezien) staat deze molen, genoemd naar de gelijknamige Groeneveldsepolder (272 ha), aan de Monsterwatering. Volgens gegevens van het Hoogheemraadschap Delfland moet er al een molen kort na 1445 zijn gebouwd. Deze werd, na een blikseminslag, in 1719 vervangen voor een stenen watermolen. Het werd een ronde, stenen "grondzeiler" met een rieten kap en een Oud-Hollandse wiekvorm met een vlucht van 25 meter. Tot 1960 werd er alleen op de wind bemalen. Sindsdien is er naast de molen een elektrisch vijzelgemaal in gebruik. Ook kan het scheprad van de molen nu elektrisch worden aangedreven bij gebrek aan wind. Nicolaas Boekestijn was de eerste molenaar die vanaf 1871 de molen bediende. De molen diende toen ook nog als woning van de molenaarsfamilie. Pas in 1988 is het woonhuis naast de molen gebouwd. Rob van Zijll, de huidige molenaar, woont daar nu met zijn gezin. Sinds 1977 is het Hoogheemraadschap van Delfland eigenaar van de molen en kon de molen, mede met subsidies van de Rijksdienst Monumentenzorg, gerestaureerd worden. Deze werd op op 25 mei 1987 afgesloten. De molen is sindsdien regelmatig in bedrijf te zien en regelmatig te bezichtigen. Links: 24 december 2013 |